Rasgeschiedenis
Hondenpension / Trimsalon Jodija
Kennel From Fra - Joo‘s Home
Home. De fokkerij. Puppies. Rasgeschiedenis. Informatie. Honden. Trimmen. Foto's. In Memoriam. Gastenboek. Contact. Links. Copyright © Alle rechten voorbehouden. Webdesign/foto’s : Loek van Hagen.
Laatste update
Oktober 2014
Norwich Terriers

Norfolk en Norwich Terrier (door Joop Reerink).


De Historie.


De historie van beide rassen loopt tot 22 september 1964 identiek. De norfolk met de hangende-en de Norwich met de staande oortjes hebben een vage historie. Het ras is ontstaan uit diverse terrier rassen. Er is gebruik gemaakt van kleine Ierse Terriers, Schotse Terriers, Irish Glen of Imaal, Fox Terrier, etc. In Oost Engeland kwamen er kleine terriers voor in allerlei tinten rood en black en tan. Er werd met deze kleine terriers gefokt omdat zij sportief en mooi waren en een prettig werkkarakter hadden. Het ras werd ook Trumpington Terrier genoemd, in deze straat in Camebridge woonde de fokker Mr. E. Jodmill Hopkins. Hij was de fokker van Rags, één van de hoekstenen van het ras. Rags was een rode ruwharige reu met een enorm speels karakter. Hij werd aan allerlei teven (diverse kruisings produkten) gepaard en gaf veelal zijn kleur, uiterlijk en karakter door. De heer Frank Jones kocht uit de Witte Terrier teef Ninety en voorgenoemde Rags pups en fokte verder met deze honden. Deze kleine Terriers werden ook Jones Terriers genoemd en Mr. Jones deed goede zaken. In deze tijd werden de kleine rode of black and Ten Terriers door verschillende mensen gefokt. Vooral fokster Mrs.Fagan had een grote invloed op het ras. In 1932 werd de Norwich Terrier erkend en kwam dus voor met hangende en staande oren.


Het Karakter.


Dat de Norwich en Norfolk Terrier niet hetzelfde karakter hebben is zeker gekomen door de splitsing in 1964. Het karakter van de Norfolk is speels, maar vriendelijker en zachter van karakter. De Norfolk is een kleine hond met een groot karakter. De Norwich is een kleine hond met karakter. Tegenover kinderen en andere husdieren zijn beiden vriendelijk. Het zijn honden die men ook goed het een en ander kan aanleren. In vergelijking met de Norwich is de Norfolk slimmer. Heeft de norfolk meer jachtpassie en is de Norfolk ondernemender. De Norfolk is ook moediger dan de Norwich en heeft meer streken. Wanneer er gevochten wordt is de Norfolk de aanstichter maar hij weet nergens van. De verdraagzaamheid naar andere honden is bij de Norwich iets groter dan bij de Norfolk maar beiden gaan goed met soort en sexe genoten om. Als er geen loopse teven zijn kan ik alle reuen en teven samen laten. En dit gaat voor de meeste terrier rassen niet op.


De Norfolk- en Norwich Terrier in Engeland.


De populariteit van beide rassen is groot. Het formaat en de pittige uiterlijk spreken velen aan. Ook het formaat van kleine grote honden spreekt aan. Er zijn in Engeland een aantal fokkers die zeer mooie honden in beide rassen hebben voortgebracht. Bekende kennelnamen zijn Ragus, Elve, Jaeva, en Nanfan. Ook mag de naam Thrumpton en Cullswood voor de Norwich Terriers niet vergeten worden. Deze fokkers hebben in beide rassen vele kampioenen op de show gebracht. In Engeland is in doorsnee de kwaliteit van de Norfolk beter dan van de Norwich. De toppers in beide rassen zijn van een hoog niveau.


De Nederlandse situatie.


In Nederland is de populatie van de Norfolk- en Norwich Terriers niet groot. De kwaliteit in de beide rassen is naar mijn mening bij de Norwich Terriers beter dan bij de Norfolks. De toppers van de Norfolk zijn natuurlijk prima maar de doorsnee kwaliteit bij de Norwich is beter. Gelukkig zijn er de laatste jaren van een aantal goede kennels Norfolks geïmporteerd. Of zij hun kwaliteiten doorgeven moeten we nog maar afwachten, maar ik ben hoopvol gestemd. Fokkers van het eerste uur bij de Norwich Terrier zijn Mevr. Van Zuylen van Nijvelt, maar deze fokkerij hield geen stand. De heer Arie Schram nam dat van haar over. Onder de kennelnaam Wychcover fokt hij, en met name de laatste jaren is zijn fokkerij zeer succesvol. De heer Jan Albers (High Flyer’s) is net als Joop Reerink (From Fra Joo’s Home) zeer succesvol. De laatste jaren zijn er een aantal jonge en enthousiaste fokkers bijgekomen.Mevr. Inge v. Wilgenburg heeft met haar zelfgefokte teefje Tina Turner van Darscharia vele successen geboekt. De successen van deze kennels zijn gebaseerd op de bekende en reeds genoemde kennelnamen, al moet de Jericho kennel niet vergeten worden. De fokkerij van de Norfolk Terrier is in Nederland o.a. geïntroduceerd door de familie Fischer onder de kennelnaam Longrove. Er zijn door verschillende personen Norfolks geïmporteerd maar de fokkerij heeft een tijdje op een laag pitje gestaan. Gelukkig zijn er de laatste jaren een aantal fokkers bijgekomen, ook deze fokkers zijn met goede honden uit Engeland begonnen. De basis ligt bij de reeds genoemde Engelse kennels. Ook zijn enkele honden uit Scandinavië ingezet in e fokkerij o.a. bij Jan Albers en bij Joop Reerink. Kennel van de Pievemoed Bruin heeft jarenlang geproduceerd. De Belgische kennel Boomer van Mevr. C. Achenbach heeft mooie honden gehaald en ook het ras op de show op meer niveau gebracht.  De toekomst voor de fokkerij van de Norfolk is hoopvol.


Gezondheid.


De fokkerij mag dan hoopvol zijn, maar mijn ervaring is dat het fokken niet gemakkelijk is. De Norfolk fokt gemakkelijker dan de Norwich. De nesten van de Norfolk zijn in doorsnee groter dan die van de Norwich en dat geldt ook voor het opnemen na een dekking. Het is net alsof de Norfolks dat beter doen. In beide rassen is het voorgekomen dat er in het nest een pup met levershunt geboren is maar het aantal is te verwaarlozen. Bij de Norwich komt epilepsie voor en dat is niet fraai. Een zorg voor de fokker en een groot aandachtspunt bij het maken van combinaties voor het fokken. Ook komt het bij de Norwich voor dat sommige honden alarmerend hijgen. De Engelse rasvereniging stelt dat het ras geen gezondheidsproblemen kent, maar ik weet beter. Bij de Norfolks is de gezondheid in dat opzicht beter. Wel moet gezegd worden dat beide rassen oud willen worden en op hoge leeftijd nog echte pittige terriers zijn.


Trimmen.


Het trimmen van de huishond, die goed geplukt wordt, stelt geen grote eisen. Opdracht is de hond met de hand of een bot mes van de harde bovenvacht te ontdoen. Beslist geen schaar gebruiken, behalve bij de voeten, anus en de geslachtsdelen. Ook de achterkant van de staart mag men effileren. Tijdens het trimmen, waarbij de harde bovenvacht verwijderd wordt, heeft men het voordeel dat de hond in huis nauwelijks verhaart. Wel moet men er zorg voor dragen dat de kraag niet te kort wordt evenals het haar op de voorborst. De show trim is duidelijk anders en vraagt een deskundige toiletage. Dit mooie toilet zorgt voor meer verharing in huis en moet geregeld bijgehouden worden. Zo eens in de zes tot 8 weken.


Joop Reerink.